Dag 8: Sikass - Ende (dogontrek)


Mede dankzij mijn oordopjes heb ik deze nacht erg goed geslapen. Vroeg in de morgen (avond?) beginnen de moskeen, ezels, varkens en (duizenden?) hanen met hun orkest. Zelf krijg ik hiervan weinig mee, al gaat de moskee door mijn oordopjes heen, net als het vele hanengekraai.

Om 6:30 sta ik op en pak de tent in. Het ontbijt is erg goed. Helaas blijkt de ORS in het water te smaken als zeewater. Nou zijn de porties in de zakjes die ik gekocht heb voor 1 liter, dus misschien zat er iets te veel in.

 

We gaan met een oude brandweerauto naar het begin van de trekking. Ik ga mee het dak op. Het zit niet zacht, maar het uitzicht maakt dit meer dan goed. Vlakbij een politiepost voor een dorpje gaan we even van het dak af en proppen ons in de wagen. Een stukje verder kunnen we (letterlijk) weer het dak op.

We rijden tot Teli. Hier gaan we eerst naar een campement, om vervolgens een klimmetje te maken naar de huisjes halverwege de bergwand.

 

Dit waren (gedeeltelijk) vroeger de woningen van de Tellem. Dit was een jagersvolk dat jaagde in het regenwoud dat toendertijd tot bij deze huisjes kwam. Toen de eerste Dogon arriveerden gingen zij ook op de helling wonen. De Dogon zijn landbouwers en zo werd het regenwoud steeds kleiner. Dit leidde tot een conflict tussen de Dogon en de Tellem, waarbij de Tellem het onderspit dolven en vertrokken.
De huisjes van de Tellem zijn nog steeds in redelijke staat. Volgens de overlevering van de Dogon konden de Tellem vliegen, of zich transformeren als reuzen en zo in 1 stap naar boven lopen.

 

De Hogon woonde hier ook. Een Hogon is een soort opperpriester/koning van de Dogon. Hij wordt 2 regenseizoenen na het overlijden van de vorige Dogon gekozen tot Hogon. Een paar mannen worden als kandidaat gekozen, waarna een slang de keuze maakt (een slangenspoor loopt naar de deur).
Hierna sterft hij als gewone mens en wordt er een begrafenis geregeld. De Hogon gaat op de berghelling wonen en heeft altijd de laatste stem in conflicten. Zijn vrouw mag pas bij hem wonen als zij boven de 60 is. Tot die tijd wordt het eten door jonge meisjes naar boven gebracht.

 

Het huis van de Hogon heeft verschillende kleuren : Wit (dag), zwart (nacht) en rood (oorlog). In relief zijn verschillende symbolen aangebracht op een muur: Schildpad : De hulpvaardige voorouder, ruiter (berichtgever), Lebe (de slang die de Dogon de weg heeft gewezen naar deze plek).

Als we weer beneden zijn is het tijd voor een koude cola bij het campement. De vriezer werkt hier met accu's en zonnencellen.

Het is 11:00 als de eerste wandeling begint. De bagage gaat mee op een ezelskar. De weg is vlak, maar het zand is rul en loopt zich niet al te gemakkelijk.
Na een dik uur (12:15) komen we aan in Ende. Hier overnachten we vandaag. Tijdens het hete deel van de dag lopen we niet en is er volop tijd om een boekje te lezen.

 

De lunch is om 13:00 klaar, waarna het luieren verder kan gaan.

Na het hete deel van de dag maken we een wandeling door het dorp (15:30 - 17:45). Hier zien we de weverskaste en de vrouwen die het stof indigo verven.

 

We maken een kort klimmetje naar boven. Hier is de woning van de Hogon die nu 1.5 geleden gestorven is. We zien zijn huis en de troon met zwaard erlangs.

 

Dan is het tijd om terug naar beneden te lopen.

In het campement is het tijd voor een biertje. Net als overal ligt er steeds een lijst met al onze namen op. We hoeven dan alleen maar een streepje te zetten in de kolom van het flesje drank dat we nemen. Pas aan het einde van deze reis zullen we de vereffening maken van wat iedereen gedronken heeft. Het eten wordt voornamelijk uit de pot betaald. Het is erg gemakkelijk geregeld op deze manier.

Als avondeten is er spaghetti met een saus, kip en sinasappels als toetje.

Na het eten is er een zang en dans voorstelling geregeld. Dit wordt buiten het campement gedaan. De bankjes worden naar buiten gesleept om ons op te laten zitten. Van gierststengels wordt een vuurtje gemaakt, elektrisch licht is er namelijk niet.

 

Als grote verassing lijkt dat het hele dorp meegekomen is om mee te kijken. Het is zo een gezellige boel. Een erg leuke voorstelling.

Nog een korte uitleg over de sanitaire voorzieningen : Het toilet is een gat in de grond. Het gat zit in een apart hokje, zonder dak en waarvan de muren niet altijd even hoog zijn. Veelal is een plastic theepot aanwezig waarmee water gepakt kan worden om 'door te spoelen'.
Op een van de campementen blijkt de deur zo gammel dat deze er uit valt. Een doek vormt dan nog de afscheiding.
De douche is een emmer met water een bakje.


de volgende dag