Het ontbijt (gevulde omelet en stokbrood) is net als gisteren weer op de boot. De bekers houden we vanaf 's morgens steeds bij ons. De handvat kan onder het touw van het dak geschoven worden zodat ze blijven hangen.
We zien langzamerhand alles droger worden langs de rivier als we verder gaan
richting Timboektoe.
We maken een stop bij Niafounke, een grotere stad. Hier worden de voorraden
aangevuld. Het standaard tafereel van vrouwen die de (af)was in de rivier doen is ook
hier weer te zien.
Ik loop met een groepje naar een campement in de stad voor een koel
frisdrankje. Een paar mensen gaan naar het huis van Ali Farka Touré kijken, die een
bekende Afrikaanse bluesman was.
De rest van de dag wordt stevig doorgevaren tegen de wind in. Als lunch is er een overheerlijke salade. Net na de lunch zien we de oortjes van een nijlpaard boven het water uitsteken. Meer van de nijlpaarden in de Niger zullen we tijdens de reis niet meer zien.
De vis (Nigerbaars: Capitan)
voor het avondeten wordt ingekocht bij een klein dorpje (Isafay). Hier zijn
tevens volop armbandjes te koop.
We maken een stop van een half uur bij Diré (17:00 - 17:30). Dit stadje ziet er een stuk moorser uit. Er is zelfs een stenen marktgebouw. We zitten hier ondertussen aan de rand van de Sahara.
Tegen 18:00 stoppen we langs de rivier om wild te kamperen. Twee toeareg jongens komen
vol belangstelling kijken hoe we de tenten opzetten. Ze zien zo'n tent op een
kamelentrek wel zitten. Ze vertellen ons dat we precies op een trekplaats tussen
2 dorpen van
het vee (kamelen en geiten) staan. Dit is ook te zien aan de stront die overal ligt.
Ze beloven om het vee de komende nacht om ons heen te leiden.
De tenten staan op los zand. Mijn voeten in de open sandalen beginnen overal te jeuken. Blijkbaar zit er iets in het zand dat bijt? Dan maar snel sokken aantrekken.
Het eten is vandaag cous cous met vis, kip en groenten. De cous cous is wel erg droog.
Al vroeg na het eten ga ik de tent in.